Uit Moordzaken
Becerra Cuallar | |
---|---|
Leeftijd | 46 jaar |
Datum | 26 mei 2006 |
Moordplaats | Spijkenisse |
Moordwijze | Schietwapen |
Status | Opgelost |
Misdrijf | Moord |
Straf | 21 jaar & 18 jaar |
ECLI | ECLI:NL:GHSGR:2012:BY1241 |
Op vrijdagavond 26 mei 2006 is de 46-jarige Becerra Cuallar op bezoek bij de 55-jarige Edwin Berkemeijer in diens woning aan de Ristervoorde te Spijkenisse. Drugssmokkelaar Becerra komt vaker bij Edwin op bezoek, van oorsprong komt hij uit Colombia.
's Avonds gaat de deurbel in de woning, en Becerra doet de deur open. Vrijwel direct wordt hij in zijn hoofd geschoten. Edwin komt op de herrie af, en twee mannen schieten gericht op zijn hoofd. Edwin wordt geraakt, maar de verwondig is niet ernstig, en hij vlucht de badkamer in. De twee mannen doorzoeken het huis. Na enkele minuten trappen de mannen de badkamerdeur open, en schieten Edwin dood. Hierna verlaten zij de woning.
Edwin en Becerra worden pas een week later gevonden door de zoon van Edwin.
Verdachte
De twee mannen, waaronder de dan 17-jarige Saïd K., vluchten naar Mexico. Saïd K. wordt later uitgeleverd, samen met de 30-jarige Tamer K., maar deze wordt later vrijgesproken.
Uitspraak
Gerechtshof 's-Gravenhage, 25 oktober 2012
Het gerechtshof legt in hoger beroep 18 en 21 jaren gevangenisstraf op aan twee mannen die op 26 mei 2006 in Spijkenisse bij een ripdeal de twee bezitters van cocaïne hebben doodgeschoten. De verdachten waren toen 18 en 28 jaar oud. De misdaad vond plaats in het huis van één van de slachtoffers. De rechtbank had in juni 2008 aan de medeverdachte 15 jaren opgelegd en de verdachte vrijgesproken. Het hof vindt, anders dan de rechtbank, ook bewezen dat de verdachte aan de ripdeal heeft meegedaan. Hij heeft het vuurwapen meegenomen en de slachtoffers doodgeschoten. Deze verdachte was al eerder voor geweldsdelicten veroordeeld. De medeverdachte heeft het initiatief voor de ripdeal genomen.
Het hoger beroep heeft erg lang geduurd vanwege vertraging in technisch tegenonderzoek naar de plaats waar een van de slachtoffers zou zijn doodgeschoten (woon- of badkamer). Het hof acht voor beide slachtoffers doodslag begaan met het oogmerk de cocaïne te kunnen stelen bewezen (gekwalificeerde doodslag). De medeverdachte is daarnaast schuldig bevonden aan de invoer en het aanwezig hebben van cocaïne. Toepassing van het minderjarigenstrafrecht voor de medeverdachte is afgewezen. Hij krijgt een gevangenisstraf van 18 jaar. De verdachte krijgt 21 jaar gevangenisstraf opgelegd.
Volgens de wet kan voor gekwalificeerde doodslag maximaal 30 jaar of een levenslange gevangenisstraf worden opgelegd. Het openbaar ministerie had in hoger beroep voor beide verdachten een gevangenisstraf van 22 jaar geëist.