weebly reliable statistics
Myro Hugo - Moordzaken
Myro Hugo

Uit Moordzaken

Ga naar: navigatie, zoeken
Man.png
Myro Hugo
Leeftijd 22 jaar
Datum 18 juli 2005
Moordplaats Tilburg
Moordwijze Schietwapen
Status Opgelost
Misdrijf Doodslag
Straf 3 jaar
ECLI ECLI:NL:GHSHE:2006:AY6657

Op maandag 18 juli 2005 staat Daniël T. te praten met twee jongens voor zijn huis in de Nieuwstraat te Tilburg. Daniël ontvangt al enige tijd bedreigingen van een van de jongens, de 22-jarige Myro Hugo, zo ook die dag. De twee raken in gevecht, waarna Daniël een pistool trekt en Myro in de borst schiet. Myro vecht echter gewoon door, waarop Daniël nogmaals op Myro schiet. Dit maal is het schot fataal.


Verdachte

Daniël gooit het op noodweer. Hier is het hof het niet mee eens, maar zij begrijpen wel dat Daniël zich in het nauw gedreven voelde door de twee mannen.


Uitspraak

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 22 augustus 2006

Het hof is van oordeel dat, gezien de verklaring van de deskundige en het feit dat vast is komen te staan dat het slachtoffer na het eerste schot nog enige tijd met verdachte heeft geworsteld en na het tweede schot is gevallen en niet meer overeind is gekomen, het niet anders kan dan dat het tweede schot het dodelijke schot is geweest. Daaraan doet niet af hetgeen de raadsman heeft gesteld met betrekking tot de positie van de verdachte en het slachtoffer ten tijde van het tweede schot, te weten: rechtop tegenover elkaar staand. De inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting dwingen immers niet tot het aannemelijk achten van deze positie. Eerst ter terechtzitting van de rechtbank op 19 januari 2006 heeft verdachte de - in hoger beroep herhaalde - stelling betrokken dat hij niet heeft geschoten, maar dat het wapen (het hof begrijpt: zonder zijn toedoen) afging. Het hof houdt verdachte aan zijn eerdere verklaringen bij de politie en de rechter-commissaris en verwerpt het verweer. Aan het verweer noodweer- of noodweerexces zijn geen feiten en omstandigheden ten grondslag gelegd, noch is daaraan een conclusie verbonden nopens het rechtsgevolg waartoe een en ander zou behoren te leiden. Nu binnen de namens verdachte betrokken stelling zo veel verschillende situaties denkbaar zijn, waaruit door de verdediging niet is gekozen, is het hof niet in staat gesteld om te bepalen waarop te responderen. Het hof heeft in de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep ook ambtshalve geen gronden bevonden, die het geopperde aannemelijk zouden maken.



Het hof veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 3 jaren.