Uit Moordzaken
Miranda Olivier | |
---|---|
Leeftijd | 38 jaar |
Datum | 27 juni 2014 |
Moordplaats | Leeuwarden |
Moordwijze | Steekwapen |
Status | Opgelost |
Misdrijf | Doodslag |
Straf | 7 jaar |
ECLI | ECLI:NL:RBNNE:2015:228 |
Op vrijdagochtend 27 juni 2014 wordt in een woning aan de Frederik Ruyschstraat te Leeuwarden het ontzielde lichaam gevonden van de 38-jarige Miranda Olivier. Zij is doodgestoken.
Verdachte
De dan 45-jarige Rik M. is in de woning aanwezig en lichtgewond. Hij wordt aangehouden en legt een bekentenis af.
Uitspraak
Rechtbank Noord-Nederland, 21 januari 2015
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en de over hem opgemaakte rapportages, het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsman. De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte en het slachtoffer hadden met elkaar een relatie, welke door de deskundigen als destructief wordt omschreven. Zij trokken elkaar aan en stootten elkaar af en gebruikten (samen) heel veel alcohol. Ook in de uren voor het noodlottige voorval hadden zij beiden een grote hoeveelheid alcoholische drank gedronken. Tijdens een ruzie in de woning van het slachtoffer heeft verdachte haar eenmaal met een groot mes in haar rug gestoken, ten gevolge waarvan zij is overleden. Door zijn daad heeft verdachte het slachtoffer beroofd van haar kostbaarste bezit, namelijk haar leven. Dit heeft bij de dochters, ouders, zus, broer en andere nabestaanden van het slachtoffer groot en onherstelbaar verdriet teweeg gebracht. Zij zullen de rest van hun levens met het verlies van het slachtoffer moeten leven. Dit is ter zitting tot uitdrukking gebracht in de voorgedragen slachtofferverklaringen. Daarnaast geldt dat een feit als dit de rechtsorde ernstig schokt en zowel in de directe omgeving van het slachtoffer als daarbuiten gevoelens van angst en onveiligheid veroorzaakt.
Als strafverminderende omstandigheid weegt de rechtbank mee dat verdachte niet de intentie had het slachtoffer te doden. Verdachte is zwaar aangeslagen door haar dood, ook al is hij daarvoor zelf verantwoordelijk. Voorts weegt de rechtbank mee dat het slachtoffer ook een rol heeft gespeeld bij het ontstaan en laten escaleren van de heftige ruzie die zij en verdachte hadden op het moment dat zij werd gestoken door verdachte. Hoewel dit geenszins een rechtvaardiging is voor verdachtes handelen, werkt dit wel enigszins strafverminderend. Ook weegt de rechtbank in het voordeel van verdachte mee dat hij zich gedurende het onderzoek van de politie en de behandeling ter terechtzitting open, eerlijk en berouwvol heeft getoond.
De rechtbank veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van zeven jaar.