weebly reliable statistics
Daniëlla van Bergen - Moordzaken
Daniëlla van Bergen

Uit Moordzaken

Ga naar: navigatie, zoeken
DaniellavanBergen.jpg
 
Daniëlla van Bergen
Leeftijd 20 jaar
Datum 21 juli 2013
Moordplaats Groningen
Moordwijze Geweld
Status Opgelost
Misdrijf Moord
Straf stiefvader 18 jaar & TBS
Straf dader 2 8 jaar
ECLI stiefvader ECLI:NL:RBNNE:2015:656
ECLI moeder ECLI:NL:RBNNE:2015:657

Op zaterdag 20 juli 2013 komen hulpdiensten aan bij een woning aan de Opaalstraat te Groningen na een melding dat een vrouw van de trap is gevallen en onwel is geworden. Hulpverleners zien direct dat de vrouw, de 20-jarige, geestelijk gehandicapte Daniëlla van Bergen ernstig mishandeld moet zijn. Zij is er slecht aan toe en wordt naar het ziekenhuis gebracht. Helaas kwam hulp voor Daniëlla te laat. Zij overlijdt een dag later aan haar verwondingen.


Verdachte

Moeder Karin en Stiefvader Geert worden beiden aangehouden. Zij worden verdacht van moord.


Uitspraak

Rechtbank Noord-Nederland, 19 februari 2015

Stiefvader
Verdachte heeft op een gruwelijke wijze een einde gemaakt aan het leven van zijn 20-jarige, zwakbegaafde stiefdochter [slachtoffer]. Hij heeft haar op 20 juli 2013 gedurende een aantal uren zodanig mishandeld en afgetuigd, dat zij uiteindelijk een dag later aan haar verwondingen is overleden. Aan deze laffe moord ging een lange periode van grof geweld vooraf. Verdachte heeft het jongvolwassen slachtoffer het hoogst denkbare goed, te weten het leven, ontnomen en heeft de laatste vijf à zes weken van haar leven tot een hel gemaakt. Verdachte heeft de nabestaanden onherstelbaar leed toegebracht, zoals ter zitting treffend namens de oma van het slachtoffer is verwoord. Het hoeft geen betoog dat dergelijke feiten een schok in de samenleving teweeg brengen. Verdachte was als stiefvader mede verantwoordelijk voor het waarborgen van een veilige leefomgeving voor het slachtoffer, een verstandelijk beperkte jonge vrouw, die op alle leefgebieden hulp en begeleiding nodig had. Door het handelen van verdachte moet het slachtoffer echter lange tijd hebben geleefd met haast onvoorstelbare gevoelens van pijn, (doods)angst, onmacht, wanhoop, eenzaamheid en verdriet.

De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen dat verdachte, blijkens het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, eerder onherroepelijk is veroordeeld ter zake geweldsmisdrijven. Ook is verdachte eerder - in 2007 - veroordeeld ter zake van zedendelicten, gepleegd tegen minderjarige kinderen van een vroegere partner.

Daar komt bij dat verdachte zich ten tijde van de thans bewezen verklaarde feiten in een proeftijd bevond. Daarnaast neemt de rechtbank bij het opleggen van de vrijheidsstraf in aanmerking de conclusies van voormelde psychiatrische en psychologische onderzoeksrapportages, dat het bewezen verklaarde aan verdachte in verminderde mate kan worden toegerekend. Door het zwijgen van verdachte is niet duidelijk geworden hoe en waarom verdachte tot zijn daden is gekomen. In het PBC-rapport d.d. 14 maart 2014 is hierover onder meer opgenomen: "De weigering tot medewerking heeft geleid tot een beperkt en onvolledig zicht op de persoonlijkheid van betrokkene. Of er nu wordt aangekeken tegen een man met beperkte cognitieve mogelijkheden die opgroeide in een asociaal milieu en wegens overvraging mogelijk tot grensoverschrijding komt, of dat een man wordt gezien die moedwillig over de grenzen van de ander gaat, de ander gebruikt, nauwelijks schuldgevoel ervaart en onverantwoord door het leven gaat, is onvoldoende duidelijk geworden." Nu de verdachte zwijgt over zijn beweegredenen, houdt de rechtbank bij de strafoplegging ten nadele van verdachte rekening met de mogelijkheid dat hij in laatstgenoemd profiel past.

18 jaar en TBS.


Moeder

Verdachte heeft de moord op haar 20-jarige, zwakbegaafde dochter [slachtoffer] mogelijk gemaakt. [medeverdachte], verdachtes toenmalige partner, heeft op een gruwelijke wijze een einde gemaakt aan het leven van [slachtoffer]. Hij heeft haar op 20 juli 2013 gedurende een aantal uren zodanig afgetuigd, dat zij uiteindelijk een dag later aan haar verwondingen is overleden. Aan deze laffe moord ging een lange periode vooraf waarin [medeverdachte] met medeweten van verdachte veelvuldig grof geweld op [slachtoffer] heeft uitgeoefend. Ook dit geweld heeft verdachte mogelijk gemaakt door niet in te grijpen en het te laten gebeuren. [slachtoffer] moet haast onvoorstelbare gevoelens van (hevige) pijn, (doods)angst, onmacht, wanhoop, eenzaamheid en verdriet hebben gehad. Zij werd thuis stelselmatig door haar stiefvader afgetuigd. Haar moeder was in hetzelfde huis aanwezig, maar greep niet in en beperkte zich na de mishandelingen tot halfslachtige pogingen om [slachtoffer] te verzorgen en tot de verwijdering van bloedsporen. Verdachte heeft de (andere) nabestaanden onherstelbaar leed toegebracht, zoals ter zitting treffend door de oma van [slachtoffer] is verwoord. Verdachte is op zeer ernstige wijze tekort geschoten in de zorgplicht die zij als moeder van een van haar afhankelijk, zwakbegaafd kind had. De rechtbank tilt zwaar aan het feit dat verdachte haar dochter op deze manier zo lang en eenzaam heeft laten lijden en haar op geen enkele manier in bescherming heeft genomen. Dergelijke feiten rechtvaardigen zonder meer het opleggen van een aanzienlijke gevangenisstraf.

8 jaar cel.