Uit Moordzaken
Naam slachtoffer | Ahmet Naci Havucgil |
Leeftijd | 42 jaar |
Datum | 26 juni 2006 |
Moordplaats | Beekbergen |
Status | Opgelost |
Soort misdrijf | Moord |
Straf | Zie uitspraak |
Ahmet Naci Havucgil
Op 25 juni 2006 wordt de 42-jarige Ahmet Naci Havucgil uitgenodigd door twee mannen waarmee hij zaken doet, om een gesprek te voeren. De mannen denken dat Ahmet hen financieel benadeeld heeft, en willen geld zien van hem. Ahmet rijdt naar de afgesproken plek in Huissen, alwaar de heren, die ook wat vrienden bij zich hebben, hem vragen even mee te rijden in de auto.
Het stel rijdt naar een afgelegen boerderij in Angerlo. Daar wordt Ahmet vastgebonden en mishandeld. Later die avond wordt hij naar de kelder gebracht.
De volgende dag wordt Ahmet door de dan 35-jarige Ertugrul A. en de evenoude Cengiz K. meegenomen naar een bosgebied in Beekbergen. Daar wurgen ze Ahmet, en verstoppen zijn lichaam onder wat takken en bladeren.
Pas op 10 augustus 2006 wordt het lichaam van Ahmet gevonden.
Verdachten
Enkele van de mannen proberen te pinnen met de bankpas van Ahmet. Aan hand van deze gegevens worden de eerste verdachten aangehouden.
De verdachten verklaren allemaal verschillend over hun bijdrage bij de ontvoering, mishandeling en moord op Ahmet. Omdat zij op sommige punten wel consistent verklaren, krijgt de politie het verhaal toch bijna geheel rond, en worden de mannen en de vrouw voor de rechtbank gedaagd.
Uitspraak
Rechtbank Zutphe, 22 juni 2007
De rechtbank neemt met betrekking tot de vrijheidsberoving aan dat sprake is geweest van een vooropgezet plan, waarbij verdachte van aanvang af betrokken is geweest. Verdachte heeft [slachtoffer] samen met zijn medeverdachten onder valse voorwendselen meegevoerd naar een afgelegen plaats, hem van zijn vrijheid beroofd, zijn bezittingen afgenomen en hem gepoogd af te persen. Gelet op zijn op 26 juni 2006 ten overstaan van medeverdachte [medeverdachte C] gedane uitlatingen neemt de rechtbank tevens aan dat in de loop van 25 en 26 juni 2006 bij onder meer verdachte het plan heeft postgevat [slachtoffer] te vermoorden. Verdachte heeft in dat opzicht geenszins in een opwelling gehandeld. In samenwerking met ten minste één ander heeft verdachte [slachtoffer] vermoord en vervolgens het ontzielde lichaam verborgen. De rechtbank acht verdachte volledig verantwoordelijk voor de moord op [slachtoffer]. Verder neemt zij in aanmerking de lange duur van de vrijheidsberoving, de wijze waarop het slachtoffer is behandeld en de gruwelijkheid en de schijnbare vanzelfsprekendheid waarmee het slachtoffer op mensonterende wijze is behandeld uit puur geldelijke motieven. Zo is het slachtoffer onder meer geboeid en geblinddoekt, is hem geen eten aangeboden en is hem slechts in beperkte mate water te drinken gegeven. Het feit dat de rechtbank de feitelijkheden met betrekking tot de beweerde martelingen niet bewezen acht, doet niet af aan het feit dat verdachte en zijn mededaders de laatste dagen van het leven van het slachtoffer tot een hel hebben gemaakt. Het slachtoffer moet vreselijk veel angst hebben gevoeld gedurende deze laatste twee dagen van zijn leven.
De rechtbank veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 16 jaar;
- Een tweede verdachte (Cengiz K.) kreeg 15 jaar.
- Een derde verdachte (Mahsum A.) kreeg 4 jaar.
- Een vierde verdachte, eigenaar van de boederij, kreeg 1,5 jaar.
- Een vijfde verdachte, vriendin van Cengiz K., kreeg eveneens 1,5 jaar voor het wegmaken van sporen.