Uit Moordzaken
Inhoud
Artikelen uit het wetboek van Strafrecht
Moord
Artikel 289 Hij die opzettelijk en met voorbedachten rade een ander van het leven berooft, wordt, als schuldig aan moord, gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Doodslag
Artikel 287 Hij die opzettelijk een ander van het leven berooft, wordt, als schuldig aan doodslag, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Verschil tussen moord en doodslag
De omschrijvingen van verschillen in het zinsdeel en met voorbedachten rade. Wikipedia schrijft hierover: In Nederlandse rechtszaken wordt voor 'voorbedachte raad' vaak de vaste uitdrukking "na kalm beraad en rustig overleg" gebruikt. Als iemand bijvoorbeeld tijdens een heftige woordenwisseling een toevallig voorhanden voorwerp pakt en daarmee iemand doodslaat, is het doodslag. Als iemand in die woordenwisseling wegloopt om een wapen op te halen, en dan daarmee iemand doodt, zal de rechter waarschijnlijk moord bewezen achten, omdat de verdachte even de tijd had om er over na te denken, zelfs als dat maar een korte tijd is geweest.
Of een misdrijf moord of doodslag is wordt door de rechter bepaald. Uit de stukken die voor hem of haar liggen leidt de rechter af of het "kalme beraad" cq "rustige overleg" aanwezig is. Hierbij kan de verklaring van de verdachte of getuigen worden gebruikt, of sporen die zijn aangetroffen. Verschillende rechters lijken (op grond van hun uitspraken) dezelfde situatie soms verschillend uit te leggen. Dat kan grote gevolgen hebben voor een verdachte, aangezien deze voor moord gemiddeld vier jaar langer in de cel zit dan voor doodslag (zie ook onder).
Oriëntatiepunten LOVS
LOVS staat voor: "Landelijk overleg van voorzitters van de strafsectoren van de gerechtshoven en de rechtbanken". Deze heeft sinds 1998 zogenoemde "oriëntatiepunten" vastgesteld. Dat zijn straffen die voor een "standaard" misdrijf (zonder verlichtende of verzwarende omstandigheden) opgelegd kunnen worden. Voor moord en doodslag zijn de oriëntatiepunten:
- Moord: 14 (9.6) jaar onvoorwaardelijke celstraf
- Doodslag: 8 (5.6) jaar onvoorwaardelijke celstraf
Iemand die tot deze straf wordt veroordeeld komt na het uitzitten van 2/3e deel van de straf voorwaardelijk vrij. De effectieve celstraffen staan tussen haakjes aangegeven.
Strafvermeerderende en/of strafverminderende factoren
In de uitspraken (die je op rechtspraak.nl of in de bijlagen van de lemma's hier op Moordzaken.com kunt vinden) worden een aantal strafvermeerderende en/of strafverminderende factoren genoemd, zoals hieronder beschreven. Daarbij speelt mee dat een moordzaak uniek is. Desondanks vindt vergelijking plaats, al was in de opgelegde straf.
Strafverminderende omstandigheden
- Als de verdachte een blanco strafblad heeft, is dat meestal een aanleiding om de straf te minderen. Uitzondering hierop is bijvoorbeeld de zaak van Milly Boele, waar de rechtbank van mening was dat "Richtlijnen gaan ervan uit dat er nog geen strafblad is". In het geval van Roxanna Themmen zei de rechtbank daarentegen: "Uit het op naam van de verdachte staand uittreksel uit het Algemeen Documentatieregister d.d. 17 januari 2013 blijkt dat verdachte niet eerder met politie en justitie in aanraking is geweest wegens een soortgelijk feit. De rechtbank zal hiermee in het voordeel van verdachte rekening houden."
- De rol van het slachtoffer in het misdrijf. Zo werd de ex-vriend van Roxanna Themmen tot minder dan 8 jaar cel veroordeeld omdat hij door het slachtoffer steeds werd overvraagd en deze het leven van de dader erg moeilijk maakte. In het geval van Mirjam Abarkan leidde het feit dat Mirjam "sterk puberde" mede tot een reductie van de straf tot drie jaar cel.
- Verminderde toerekeningsvatbaarheid. Als de dader een psychische stoornis heeft kan het misdrijf de verdachte niet "toegerekend" worden - Hij of zij kan er zelf niet (alles) aan doen.
- Als het slachtoffer het kind is dat door de moeder wordt gedood. (Zie ook de zaak van Mirjam Abarkan, hiervoor genoemd, of de zaak van Romy Visser). De rechtbank redeneert in zo'n geval dat het feit dat ze door "het verlies van haar kind(eren) zwaar is gestraft en dat zij haar gruwelijke handelen en de gevolgen daarvan altijd met zich mee zal moeten dragen."
Strafvermeerderende omstandigheden
- De dader heeft een strafblad waar soortgelijke misdrijven op voorkomen.
- Het geweld is gepleegd tegen een politie-agent of andere hulpverlener.
- De rechtbank is bang voor herhaling (recidive) van het misdrijf.
- De doodslag is gepleegd om een ander misdrijf (beroving, verkrachting) te verhullen. Dat wordt "gekwalificeerde doodslag" genoemd.
- Als het slachtoffer een kind is dat door de vader wordt gedood. Vergelijk Jason Schaap met Daniël Visser (de laatste betreft een dubbele moordzaak).
- Als het misdrijf plaatsvindt in de woning van het slachtoffer.
Levenslange gevangenisstraf
In Nederland is levenslange gevangenisstraf de hoogste straf die wordt uitgesproken. In tegenstelling tot de meeste andere Europese landen kent Nederland geen systeem van vervroegde invrijheidsstelling bij levenslang gestraften (in andere landen wordt men, ondanks de naam van de straf, na een bepaalde tijd vrijgelaten). Alleen de Koning kan gratie verlenen van een levenslange gevangenisstraf. Gratie wordt de laatste jaren zelden meer verleend (voor het laatst in 2009).
Het "eindeloze" karakter van de levenslange gevangenisstraf is een bewuste keuze: in de uitspraak motiveert de rechtbank dit met de zin: "dat dus terugkeer in de samenleving onaanvaardbaar is." (ECLI:NL:GHLEE:2006:AY4320, de strafzaak tegen Gerrie Musch).
Aantallen keren dat de straf is opgelegd
Volgens Wikipedia is de straf tussen 1945 en 1970 veertien keer opgelegd. Tussen 1970 en 2000 elf keer; sinds 2000 28 keer (waarvan één keer later is teruggedraaid wegens vrijspraak).